Maart 1940
Lemberge. Het 44e Linie 3e Bataljon 10e Compagnie wordt gekantonneerd te Lemberge.
2 Maart 1940.
Een Belgische patrouille van 3 Hawker Hurricanes opgestegen te Schaffen onderschept te Saint Hubert een Duitse Dornier 17 bommenwerper. Op het moment dat ze deze gewoon willen escorteren om het land te verlaten opent deze het vuur en haalt 2 van de vliegtuigen meedogenloos neer. Het 3e toestel weet eveneens getroffen te ontkomen en landt beschadigd opnieuw te Schaffen. De piloten van de 2 overige toestellen komen beiden om het leven. De Duitse ambassadeur zal bij later protest van België wegens het schenden van het luchtruim verklaren dat dezelfde bommenwerper boven Frankrijk al aangevallen was geweest en bij het zien van de Belgen dacht opnieuw te maken te krijgen met Britse Jagers waarbij men het vuur opende op de Belgen.
12 Maart 1940.
Een Belgische patrouille van 3 Hawker Hurricanes kreeg op deze dag boven Durbuy de kans revanche te nemen voor de eerder gesneuvelde piloten van 10 dagen voordien. Opnieuw doorkruist een Duitse Dornier 17 het Belgische luchtruim. Deze wordt gespot en zonder waarschuwing onder vuur genomen. Het toestel weet echter in het wolkendek te vluchten en zo te ontkomen zonder zelf de Belgen te beschieten. Opnieuw volgt Belgisch protest naar Duitsland die zich hierover blijkbaar niet meer druk maakt.
15 Maart 1940.
Dezelfde verkenningsgroep van Hawker Hurricanes spot opnieuw nabij de Belgisch Franse grens een Dornier 17. Ze proberen hem korte tijd te achtervolgen maar moeten zelfs wegens brandstofgebrek hun toestellen aan de grond zetten op een Frans vliegveld en na herbevoorrading terugvliegen naar Schaffen.
2 April 1940.
De Belgische legerleiding beslist definitief dat bij een Duitse inval de KW-linie zal fungeren als hoofdstelling van de Belgische verdediging. Men behoudt uiteindelijk 11 Belgische Infanteriedivisies op de Maas en het Albertkanaal, de Dekkingsstelling. Bijkomend blijft men hopen dat bij een Duitse inval bevriende geallieerde troepen de bres zullen invullen die aan de zo goed als onverdedigde Maas achterblijft.
5 April 1940.
Noorwegen en Zweden. Omdat deze landen van uiterste belang waren voor de ijzerertsaanvoer voor het Duitse Rijk, aasden zowel Duitsland als de geallieerden op deze neutrale landen. Op deze dag zouden echter 10.000 Duitse soldaten Noorwegen binnentrekken via een list. Ze zouden namelijk via vrachtschepen aan land komen en van Noorse kant veel te laat ontdekt worden als militaire invallers.
9 April 1940.
Noorwegen. In de vroege ochtend landen de Duitsers te Oslo in Noorwegen en te Kopenhagen in Denemarken. Denemarken wordt bijna zonder slag of stoot ingenomen in minder dan 4 uur tijd. In totaal vielen aan beide zijdes samen 56 doden en gewonden te betreuren.
10 April 1940.
Noorwegen en Denemarken. Op zee vergaat het de Duitsers in dezelfde regio niet zo goed en moeten ze nog altijd sterk hun meerdere erkennen in de de geallieerden. Tussen 10 en 13 april worden in totaal 10 Duitse torpedojagers in de nabijheid van Narvik (Noorwegen) gekelderd. Omdat de aanvallende Britse schepen daarna zwaar werden bestookt uit de lucht kozen deze ook de vlucht naar de volle wateren van de open zee en trekken uiteindelijk ook op die manier terug.
15 April 1940.
Narvik - Noorwegen. Landing van de eerste Britse troepen als reactie op de eerdere Duitse invallen.
19 April 1940.
Narvik - Noorwegen. Landing van de eerste Franse troepen afkomstig van de hulpkruiser Ville d'Alger. Deze is echter te groot om te kunnen aanleggen in een Noorse haven zodat er amper materiaal en zwaar tuig kan gelost worden. De soldaten komen aan land zonder iets van materiaal van enige grootte.
20 April 1940.
Een patrouille van 3 Gloster Gladiators haalt te Tongeren een Heinkel 111 naar beneden en weet op de duur dan toch revanche te nemen voor de 2 neergehaalde Hawker Hurricanes. De Heinkel 111 stort neer op Hollands grondgebied nabij Maastricht.
April 1940
Bruggenhoofd Gent. Bruggenhoofd Gent wordt op dit moment bezet door de 16e Infanteriedivisie (41e en 44e Linie, 2e Licht Regiment, 24e Artillerie, 18e Bataljon Genie, 16e Compagnie Transmissietroepen en een Groep Wielrijders, horende bij de 16e Infanteriedivisie).
Te Merelbeke vestigt zich het 44e Linieregiment alsook het 24e Artillerieregiment. De feestzaal van de Sint-Pietersschool (heden Paus Johannescollege) wordt een slaapzaal. De feestzaal van de Sint Pieterskring (heden gesloopt) wordt zelfs voor 4 dagen gebruikt als een paardenstal. De militaire staf vestigt zich in de woning van de overleden Monseigneur Hebbelynck (Belgische Katholiek Priester, Theoloog en Professor aan de KU Leuven en op 11 januari 1939 overleden).
Hun taken zullen zich in eerste instantie beperken tot het uitwerken van zeer beperkte verdedigingen tussen de bestaande bunkers. Gezien er overal nog gewassen geplant zijn, wordt hun tussenkomst zeer beperkt daar plaatselijke boeren zeker niet erg opliepen met graafwerken en het oprichten van obstakels tussen hun reeds geplante gewassen terwijl er nog geen zekerheid bestond dat er meteen oorlogsgeweld ter plaatse zou uitbreken.
|